Ongeveer een jaar geleden loop ik op de markt en koop wat wortelen. Ik vraag voor 500 Tanzaniaanse Shilling wortelen. Ik krijg er 4 en ik zeg dat ze er wat bij moet doen (het horen er minstens 5 te zijn). Er staat een man naast mij die begint te lachen en zegt: ‘Je krijgt niet meer, we krijgen hier allemaal dezelfde hoeveelheid wortelen voor 500 Shilling.’ Vervolgens vraagt ie aan dezelfde vrouw wortelen voor 500 Shilling. De vrouw stopt vervolgens 10 (!) wortelen in zijn tas. Dus ik zeg tegen hem: ‘Ik dacht wat we allemaal dezelfde hoeveelheid kregen voor 500 Shilling.’ Hij lacht weer vriendelijk en zegt: ‘Ja dat is waar, maar ik spreek Kisambaa.’
Een paar maanden later heb ik een Tanzaniaanse werknemer aangenomen en die komt uit het zuiden van Tanzania. Op een gegeven moment komt ie bij me klagen want hij moet 2 keer zoveel betalen voor zijn groenten op de markt dan de andere mensen. Hij wil kookspullen kopen maar die zijn hierdoor veel duurder dan in Dar es Salaam. Dus ik zeg: ‘Er zit maar 1 ding op en dat is Kisambaa leren.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten